Posted by: | Posted on: september 15th, 2015 | 0 Comments

Kindgebonden budget bijtellen bij inkomen ontvangende ouder
Het kindgebondenbudget zou bijgeteld moeten worden bij het eigen inkomen van de ouder die het kindgebondenbudget ontvangt. Oftewel, bij de draagkracht van deze ouder. Dat is de conclusie van de Advocaat-generaal, die op 10 september 2015 bekend is geworden. Ouders, advocaten en scheidingsmediators wachten sinds enige tijd in spanning op antwoorden van de Hoge Raad op vragen over alimentatienormen op gebied van kinderalimentatie. De conclusie van de advocaat-generaal is een advies aan de Hoge Raad. De Hoge Raad volgt dit advies, of wijkt ervan af als hij een andere mening heeft. Het is dus nog even afwachten tot de Hoge Raad zich hierover uitspreekt. De landelijke Expertgroep Alimentatienormen geven een andere aanbeveling.

Wat was de voorgeschiedenis?
Per 1 januari 2015 werd de zogenoemde alleenstaande ouderkorting afgeschaft, een fiscaal voordeel voor ouders die alleenstaand waren. Bij de berekening van kinderalimentatie werd dit fiscaal voordeel aangemerkt als “inkomen” en via die weg werd deze teruggave omgezet in de berekening van de kinderalimentatie. Toen de alleenstaande ouderkorting werd afgeschaft, werd tegelijkertijd het kindgebondenbudget van alleenstaande ouders verhoogd met de alleenstaande-ouderkop van maximaal € 254,- per maand. Dit was nieuw en het was de vraag hoe hiermee om te gaan bij de alimentatieberekening van kinderalimentatie.

Kinderalimentatie vaak verlaagd
Bij de alimentatieberekening van kinderalimentatie moest volgens de landelijke Expertgroep Alimentatienormen per 1 januari 2015 deze alleenstaande-ouderkop op een zodanige wijze worden verwerkt in de alimentatieberekening dat dit kindgebonden budget in mindering komt op de zogenoemde behoefte van de kinderen. Deze toeslag werd gezien als bijdrage in de kosten van het kind en niet als inkomen aan de zijde van de ouder bij wie het kind staat ingeschreven. Dat heeft tot gevolg gehad dat sinds 1 januari 2015 de kinderalimentatie in veel gevallen door de rechter aanzienlijk is verlaagd of zelfs op nihil gesteld.

Prejudiciële vragen
Omdat op deze manier van het berekenen van kinderalimentatie veel kritiek kwam, heeft het Gerechtshof Den Haag hierover vragen gesteld aan de Hoge Raad, de zogeheten “prejudiciële vragen”. Ook de vFAS heeft in deze uitzonderlijke procedure aan de Hoge Raad kenbaar gemaakt hoe de familierechtadvocatuur in Nederland aankijkt tegen deze problematiek. Het is gebruikelijk dat nadat alle stukken zijn gewisseld de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad de kwestie goed bestudeert en aan de Hoge Raad advies uitbrengt hoe volgens hem de vragen moeten worden beantwoord. Dat advies is nu bekend.

Conclusie Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal trekt de conclusie dat het hele kindgebondenbudget, waaronder ook de alleenstaande-ouderkop, niet moet worden afgetrokken van de kosten van de kinderen (dus niet van ‘de behoefte’). Zo concludeert de Advocaat-Generaal: “Het kindgebondenbudget en de alleenstaande-ouderkop zijn bovendien in de eerste plaats inkomensondersteunende maatregelen, met name voor de huishoudens met lagere inkomens. De alleenstaande-ouderkop is onderdeel van het kindgebondenbudget en heeft dezelfde strekking. Het is zeker niet de primaire bedoeling geweest dat deze maatregelen gebruikt worden om de kosten van verzorging en opvoeding per individueel kind te ondersteunen. De bijdragen komen toe aan de ouder.” Volgens de Advocaat-Generaal moet het kindgebondenbudget bijgeteld worden bij het eigen inkomen van de ouder die het kindgebondenbudget ontvangt, dus bij de draagkracht van deze ouder.

Bijdragen opnieuw berekenen?
De Hoge Raad maakt een eigen afweging en hoeft het advies van de Advocaat-Generaal niet op te volgen bij de beantwoording van de prejudiciële vragen. Het is nu afwachten wat de Hoge Raad zal doen. Nu de Hoge Raad nog niet heeft gesproken, zal de richtlijn voorlopig nog worden gehandhaafd. Dit kan anders worden als de Hoge Raad de conclusie van de Advocaat-Generaal volgt. Dit kan dan tot gevolg hebben dat alle vanaf 1 januari 2013 vastgestelde bijdragen opnieuw berekend moeten worden.